bij De Rozep, tegenover camping De Boskant (Oirschotsebaan)

De schreeuw van een kind zou ook
die van een vogel kunnen zijn, die ik als
stadsmens niet weet thuis te brengen.
Een koolwitje tekent zich liederlijk
af tegen het groen.
Een dikke vlieg zoemt een snelle frase
hoorbaar.
Dust in the wind
All we are is dust in the wind
Geen mens is hier mens.
Ze zijn dier.
Eten, drinken, nemen een duik,
communiceren met of zonder woorden,
slapen samen in de tent.
Twee meisjes fladderen door de bar,
de enigen zo gek met dit zonweer.
Ik begrijp hen wanneer ik in de donkere ogen
van de verwachtingsvolle barman kijk,
met zijn onbereikbaar jonge krullen en zijn
gezond gekleurde huid - een sirene...
Ook ik heb hier verder niets te zoeken.
Nothing lasts forever but the
earth and sky.
Ik ga aan de overkant wat zitten staren
in het verre gras dat eindigt
op een rij berken die het laatste zonlicht van dit jaar
in hun stammen zuigen.

De schreeuw van een kind zou ook
die van een vogel kunnen zijn, die ik als
stadsmens niet weet thuis te brengen.
Een koolwitje tekent zich liederlijk
af tegen het groen.
Een dikke vlieg zoemt een snelle frase
hoorbaar.
Dust in the wind
All we are is dust in the wind
Geen mens is hier mens.
Ze zijn dier.
Eten, drinken, nemen een duik,
communiceren met of zonder woorden,
slapen samen in de tent.
Twee meisjes fladderen door de bar,
de enigen zo gek met dit zonweer.
Ik begrijp hen wanneer ik in de donkere ogen
van de verwachtingsvolle barman kijk,
met zijn onbereikbaar jonge krullen en zijn
gezond gekleurde huid - een sirene...
Ook ik heb hier verder niets te zoeken.
Nothing lasts forever but the
earth and sky.
Ik ga aan de overkant wat zitten staren
in het verre gras dat eindigt
op een rij berken die het laatste zonlicht van dit jaar
in hun stammen zuigen.