05 oktober 2011

Gedicht

Ergens zit een vies 
versleten vrouwmens
in de neus te peuteren
van armoe;
onder haar bevlooide rokken 
te krabben 
van ellende.
En legt ze zich zodanig neer dat ze straks
wanneer de vulkaan barst, 
vanzelf naar beneden rolt,
hop, de moederschoot in.
(...)
Griet Menschaert, 2011