24 juli 2015

Jeep

Je ligt in je luxueuze hangmat in je lieflijke tuin, een roze coctail op het bijzettafeltje. Je hoort stemmen in het huis, te dof om te verstaan. Je jurk is zo licht dat hij van je afglijdt, telkens opnieuw. Mmmm, de zachte stof die zo dun langs je benen valt. De wind fluistert de schoonste tonen. De zon houdt je temperatuur op peil. Je zakt weg. De wereld om je heen draait verder zonder jouw bewustzijn.
In je dromen verschijnt een man met een luide open lach vol tanden. Stevig geworteld voor zijn stoffige jeep kijkt hij recht je camera in. Je denkt: 'hij weet hoe het moet'. En mocht dat niet zo zijn, heeft hij nog altijd een uiterst geschikt lichaam. Er is geen weg terug. Alsof hij op je teken wachtte, alsof hij begreep hoeveel seconden je nodig zou hebben, knipoogt hij nu. Hij verzoekt je lichtjes dwingend. Een paar schroeiende uren later drijven zijn klauwen je lijfje uit de jeep, in de harde droogte. De geur van het stof herinnert je aan de kermis en aan appelbollen. Je zwijmelt maar denkt dat je nog weet wat je doet. Hij pakt je beet, betast je vlees. Zijn kompanen houden je tegen. Zijn neusgaten schuiven vastberaden over je kruin naar je buik. De lucht die hij uitademt, trilt fris als dauw tegen je strakgespannen gedachten. Tegelijk bespeur je roes zover je zinnen reiken. De zwarte spieren wurgen je net niet. Het doet haast pijn. Hij neuriet, hij fluistert. Je moet eerst leren zijn taal te beheersen voor je hiervan terug hebt. Je schrikt zwetend wakker wanneer de onbeschaamdheid van zijn woorden tot je doorgedrongen is.