23 augustus 2017

Strange Fruit

In 2012 bladerde ik door een boek met foto’s dat iemand voor mij uit Arles had meegebracht. Er stond daarin een zwartwit-foto die mij nogal specifiek de adem benam. Ik zag daarop een menigte witte mensen uitgelaten en dicht bij elkaar omheen een boom staan. Ze droegen petten en lachten. Het leken aardige mensen. Een halve meter boven hun hoofden bungelden de tenen van een vrouw. De rest van haar lichaam bungelde daar weer boven aan een touw aan een tak van de boom. Het was een zwarte vrouw in een jurk die geen van die blanke mensen ooit gedragen zouden hebben, te veel stof, te ongewassen, en toch vond ik hem stijlvol. Zoveel harde eenzaamheid heb ik zelden ervaren door het kijken naar een foto. Zo hard confronteerden de media mij zelden met het gruwelijke in mezelf als mens. Dat kwam doordat dit beeld heel esthetisch was. Hoe die vrouw daar hing, dat had iets moois, iets elegants haast. Het was een ijzersterke foto. Die mensen onder die boom... blijkbaar diende de dood hen op dat moment tot entertainment. Waarschijnlijk zagen zij die vrouw  oprecht niet als mens, dat moet haast wel als je die gezichten op die foto zag. Ze hadden van haar een dier gemaakt, of een monster. Maar ik, in deze tijd levend, kon het duidelijk zien: het was gewoon een vrouw, een enorm prachtige vrouw. Ik kon daarom niet anders dan iets te doen met dat beeld. Ik wist niet goed wat. Misschien gewoon beginnen met natekenen, dacht ik. Dat was een bevreemdend proces. Ik tekende nooit na maar het leek dit keer de enige manier om te proberen vertalen wat dit beeld aan mij liet zien. De menigte interesseerde me algauw niet meer, de vrouw des te meer. Mijn potlood raakte in haar schoonheid verstrikt en gaf haar uiteindelijk vleugels. Toen viel mijn oog op een in diezelfde tijd door mij bedachte zin die op mijn tafel slingerde. Hij leek er op de een of andere manier vanzelf in te schuiven: ‘a silk skirt forever in the sky’. Ik schreef die woorden onder haar lichaam. Toen gomde ik ze weer weg. Voor altijd in de lucht.
Dit werk hangt momenteel in mijn solotentoonstelling ‘Kanikweg’ in Ninove, België. Dit weekend was ik daar zelf bij aanwezig. Allerlei mensen kwamen langs en zeiden oprechte dingen die ik in mijn hoofd noteerde. Dit werk zorgde vaak voor wat ongemak. Maar met één man - lichtblauwe trui, net hemd, vijfenzestig of zo, ik zou hem nooit aangesproken hebben op straat -  had ik het er in alle puurheid over. Hij zei dat kunst hem toch liefst een beetje verlichtte en na wat verder struinen door elkaars gedachten, vroeg hij me of ik ‘Strange Fruit’ van Billie Holiday kende, naar aanleiding van deze tekening. Vanaf nu is dat haar titel.

Strange Fruit, potlood op papier, A3, 2012 (foto: Bas Wilders)

 

De tentoonstelling 'Kanikweg' loopt nog tm 3 september 2017:
Oud Stadhuis, Oudstrijdersplein 6, Ninove, BE. 
Open maandag - vrijdag: 9-12u, donderdag ook: 16-19u30 en zaterdag 2 en zondag 3 september van 14 tot 17u.