03 april 2020

Absurde Zoom

Dit zijn gouden tijden voor linguïsten.
Ik zou vandaag voor het eerst Zoomen.
Ik heb vandaag voor het eerst gezoomd.
Ik zoomde vandaag voor het eerst.
Voordat ik de zoomkamer binnen mocht, werd mij opgedragen in de wachtruimte te blijven koekeloeren. Terwijl ik minutenlang naar dat grijze hypnotiserende symbool op mijn scherm staarde, begon ik me af te vragen hoe zo’n draaiend ding nou eigenlijk heet.

De meeting stond gepland voor 15u30. Om 15u34 was de hypnose van de ‘throbber’ uitgewerkt en kwam ik tot de vaststelling dat mijn internet eruit lag.

Ik pakte mijn laptop van mijn bureau en rende ermee richting modem. IJlings herstarten. Zes minuten te laat viel ik de groepssessie binnen, vanuit de stoel van M. zijn opa, terwijl ik juist meende zo braaf in de wachtkamer van de hogeschool te hebben vertoefd. De anderen – schermpje voor schermpje collega’s die ik nooit vleselijk heb ontmoet, zaten al midden in een abstract gesprek verwikkeld dat uiteindelijk over privacy bleek te gaan. Ik wilde hen in de rapte even groeten maar kennelijk stond ik op ‘mute’. Ze hoorden me niet. De coördinator had te laatkomers bij voorbaat het zwijgen opgelegd. Ik was vergeten hoe het ook weer werkt in het onderwijs. Toen ze zelf was uitgepraat, unmute ze me.

Vandaag diende om te test-zoomen voor morgen, een feedback sessie met studenten. Helaas bleek er een obstakel op de weg. Het zogenaamde ‘Zoom-bombing’. Dus nu is niet langer zeker of morgen kan plaatsvinden. We moeten voorkomen dat we digitaal tot ontploffen worden gebracht! Zo’n absurde zoom heb ik nog nooit gezoomd.