09 april 2020

Trampolines

As we speak zit ik buiten met mijn laptop. Het is zalig weer, zacht windje, zonnig. Ik hoor alweer de kids bij de buren op hun trampoline jumpen. Benieuwd wat van dat ding na de crisis overblijft. Alleszins, nu hebben we er met zijn allen veel plezier van. De kids omdat ze er hun energie op kwijt kunnen, mama en papa omdat ze de kids kunnen laten zijn en ik als buurvrouw vanwege het onvermoeibare gelach en gestoei en het feit dat die kids mij herinneren aan het concept ‘uitleven’.

Nog niet zo lang voor corona sprak P. (bevriend architect) heel bevlogen over meer solidaire huizenprojecten die hij momenteel ontwerpt. Hij bedoelde daarmee projecten waarbij de buitenruimte wordt gedeeld door een hele rij woningen. Hij was ervan overtuigd dat die manier van bouwen vanaf nu de norm zou zijn. Hij gebruikte de trampoline om mij als publiek ervan te overtuigen dat aan deze woonvorm niets dan voordelen zaten: er zou slechts één trampoline hoeven worden aangeschaft voor alle kids van die huizen in plaats van dat iedereen zijn eigen trampoline had staan.

Met het trampoline-voorbeeld oogstte hij vermoedelijk eerder succes bij zijn doelgroep, de gemiddeld bedeelde huizenkoper, of de mensen waarvan ik steeds weer vergeet dat ze er zijn: de ontwikkelaars. Hoe mooi zou het zijn als we minder trampolines uit China moesten laten overkomen! Dankzij zijn enthousiasme voor het feit dat hij de overdaad aan trampolines zo eenvoudig had opgelost, vergat zelfs ik al mijn kritische bedenkingen bij de rest van zijn project.
Aan zo’n enkele trampoline voor pakweg twintig huizen, daar zouden we deze weken niet zoveel hebben. Het virus is genadeloos, het nestelt zich overal en nergens. Dus nu keren we noodgedwongen toch weer allemaal een beetje terug naar ons eigen terrein. Zo'n solidaire woonvorm betekent dezer dagen haast het omgekeerde, althans vanuit trampolineperspectief.

Ik wil sinds vorige zomer een hangmat aanschaffen, ik beschik nu eenmaal over eigen buitenruimte die ik niet hoef te delen met kids. Maar vorige zomer had ik blijkbaar genoeg omhanden om er geen halszaak van te maken.
De laatste dagen ben ik terug bij die hangmat aanbeland. Ze wordt ineens haast een obsessie. Ik droom van eentje met mooie warme kleuren... Vanochtend heb ik op internet een beetje mijmerend zitten window-shoppen. Wil ik in onze bescheiden tuin mega-palen in de grond slaan, of koop ik simpelweg zo’n artificiële standaard die misschien wel erg monumentaal zal aandoen hier? En kan ik me zo'n investering wel permitteren in de huidige situatie? Toen schoot google wakker en kwam met  het ideale compromis: een hangmat-standaard om zelf te timmeren. M. en ik kunnen zo’n projectje wel gebruiken bij wijze van 'uitleven' dezer dagen. Ik zal hem de schets die ik vond straks bij het avondmaal - waar ik extra mijn best op zal doen - voorleggen. Inclusief mijn kritische bedenking dat bij de tekening van die standaard niet vermeld staat voor welke maat hangmat hij is ontworpen.