07 mei 2020

Beangstigende fascinatie

Het wezen van ‘de politiek’ – ik blijf dat voor me zien als mannelijk, blank, in pak; waarom? – wordt alsmaar vreemder voor me. Ik heb de neiging me ervan af te zonderen, hoe langer, hoe meer. Tegelijk staar ik het aan met grote fascinatie. Maar het is dus een beangstigende fascinatie – zoals ik ooit leerde toen ik nog aan de katholieke universiteit zat: een ‘mysterium tremendum et fascinans’. Dat ging toen over religie en de vertegenwoordigers daarvan, die je een onbevattelijke andersheid voorhouden die enerzijds beangstigend maar anderzijds aantrekkelijk is. Nu is de politiek zoiets voor mij. Covid-19 is het ook. Ik lijk wel verslaafd aan de theorieën eromtrent. Ik wil er meer van met mijn hersens, maar lichamelijk ben ik er als de dood voor.

Het kapitalisme heeft het ook. Het is kleurloos, kil, hebberig, hongerend naar macht, roekeloos, harteloos, en tegelijk is het alle fijne zekerheden van de hedendaagse mens – de mens zoals ik - bij elkaar.

Noch politiek, noch kapitalisme zien mij. Zij zien het nummer dat ze denken dat ik ben, of zelfs dat niet eens. Zoals religie ook niemand ziet. Zij zien niet veel meer dan zichzelf. Zij zijn een constructie die ons richting geeft.

Ik hou van mannen, maar van deze mannen hou ik niet, ondanks mijn fascinatie. Ik haat ze stilaan zelfs. Ze zijn manipulatief, bang, hard en onbenaderbaar geworden. Ze zijn natuurlijk ook geen mensen, ze zijn mysterieuze apparaten waarin mensen worden opgeslokt. Als je ernaar kijkt, word je al bijna vanzelf zoals zij, zo goed zijn ze voorbereid op de ontmoeting. Net als religie overtuigen ze je met onontkoombare charme van hun ontzettend grote gelijk. Net als religie beroepen ze zich op massahysterie. Ze zijn allemaal dik geworden, deze mysteries, te dik. Zo dik dat ze haast geen ruimte meer laten om hen aan te staren. Zo dik dat mijn blote voeten bijna niet meer zonder schoenen over straat durven te gaan.

Ik hoop dat ‘De politiek’ en ‘Het kapitalisme’ binnenkort lekker stikken in zichzelf. Of op zijn minst dat ze op streng dieet worden gezet.


Wat ikzelf sowieso nodig zal hebben de komende tijd, na het lezen van de politieke berichten uit  Noord-Brabant van vandaag:
  • Eten en drinken, als het niet te veel is gevraagd liefst zonder giftige stoffen
  • Mijn opperste humeur, zodat ik gelukzalig kan blijven lachen
  • Vrienden met goede of juist slechte grappen in hun zakken voor wanneer mijn opperste humeur het toevallig begeeft
  • Vriendinnen met warme boezems die zonder uitleg weten wat hen te doen staat
  • Alles, maar dan ook alles waarmee ik mijn taal scherper kan maken
  • Moed en misschien zelfs overmoed om te staan en te blijven staan
  • Een plek waar ik me terug kan trekken en wat gerief kan achterlaten
  • Potloden en papieren (ik kom al een eind met één potlood en één (stuk) papier)
  • Alles, maar dan ook alles waarmee ik mijn innerlijke radar kan beschermen, te weten dingen als
  • Roodborstjes voor het raam, of op zijn minst getuigenissen van dergelijke taferelen
  • Regen, zon, wind
  • Uitzicht
  • Inzicht
  • Lichaam
  • Liefde
  • Hoop

'Soft Radiations'