Rode Lijn Den Haag, 15 juni '25 - gepubliceerd op Drawing The Times
GRIET MENSCHAERT
Kunstenaar. Schrijver. Performer. Coach Reflections.
25 juni 2025
29 juli 2020
Miniatuurfeest
Het kind in mij kijkt naar de vlam dat het kaarsje op tafel haar
geeft: een eenvoudig theelichtje in een potje dat het kind bij de kringloopwinkel
vond, met gouden glitters aan de binnenkant. Door die glitters voel je het vuur
extra en is het aardig, een miniatuurfeest. Het kind warmt zich
eraan, het vindt het mooi. Het is een heel ander vuur dan dat wat bijvoorbeeld Australië
verstikte.
Het kind in mij is goed in het troosten van zichzelf en in het
afleiding verzinnen. Rustig leeft dat kind maar voort, zonder al te veel zelfanalyse.
Dat kind heeft het de laatste tijd nogal te stellen met de over-geprogrammeerde
volwassene in mij. Die staart naar diezelfde kaars maar is er niet met haar
gedachten bij. Haar gedachten zijn overal behalve in deze kamer, hier, nu, waar
zij ook zomaar ineens om zou kunnen vallen. Beiden, zowel kind als volwassene,
vallen gelukkig weer in elkaar wanneer mijn blote voeten in een plas staan,
gemaakt van regen of van douche. Ook wanneer iemand een verhaal vertelt,
wanneer iemand voor me zingt, wanneer iemand met me danst, vallen zij samen. Dan ben ik hen
beiden. Ik wil niet zonder het kind in mij. Ik hoop dat de verhalen, het zingen
en het dansen ons niet zullen vergaan...
Labels:
Corona,
dagboek,
drawing,
geschreven,
writing (NL)
15 mei 2020
Een nieuw pak zout
Een nieuw pak zout kwam vandaag tot me als een geschenk uit
het paradijs. In een met plastic omwikkeld lavendelblauw doosje stond het ineens
op het aanrecht, heel nonchalant naast het koffieapparaat. Oh, en hoe het
straalde! En hoe blij ik was met de komst van dat zout! Want ja, de aanwezigheid
van dit zout vertelde mij dat er nog verrassingen in huis moesten zijn. “Kijk
maar eens rond”, fluisterde het zout. Ineens heel wakker speurde ik de omgeving
af naar meer nieuwe cadeautjes. Ik stelde vast dat de fruitschaal die de
voorbije dagen langzaam maar zeker verworden was tot niet meer dan een lege belofte
weer rijkelijk was gevuld, met prachtige appelen en bananen. Ik riep: “Juij,
lekkere appels! En bananen!” Wellicht in de hoop dat mijn kleine zus zou komen
aan rennen om zich mee te verwonderen over mijn ontdekking, waarop we
vervolgens samen verder zouden speuren. Ik opende opgewonden de koelkast om te
zien wat er nog meer ons territorium binnen gesmokkeld was. Koolrabi! Champignons! Oh! Als mijn kleine zus hier was geweest, hadden we samen op
onze tenen gestaan en met onze neuzen in de koelkast geloerd. We waren snel weg
gerend wanneer mama de keuken binnen kwam. We hadden ons achter het muurtje
verstopt en hadden samen staan blozen om de appel die ik in gauwte nog
meegenomen had.
![]() |
Tekening 2020 (foto door Peter Cox) |
Labels:
Corona,
dagboek,
drawing,
geschreven,
writing (NL)
07 mei 2020
Beangstigende fascinatie
Het wezen
van ‘de politiek’ – ik blijf dat voor me zien als mannelijk, blank, in pak; waarom? – wordt alsmaar vreemder voor me. Ik heb de neiging me ervan af te
zonderen, hoe langer, hoe meer. Tegelijk staar ik het aan met grote fascinatie.
Maar het is dus een beangstigende fascinatie – zoals ik ooit leerde toen ik nog
aan de katholieke universiteit zat: een ‘mysterium tremendum et fascinans’. Dat
ging toen over religie en de vertegenwoordigers daarvan, die je een
onbevattelijke andersheid voorhouden die enerzijds beangstigend maar anderzijds
aantrekkelijk is. Nu is de politiek zoiets voor mij. Covid-19 is het ook. Ik
lijk wel verslaafd aan de theorieën eromtrent. Ik wil er meer van met mijn
hersens, maar lichamelijk ben ik er als de dood voor.
Het kapitalisme heeft het ook. Het
is kleurloos, kil, hebberig, hongerend naar macht, roekeloos, harteloos, en
tegelijk is het alle fijne zekerheden van de hedendaagse mens – de mens zoals ik -
bij elkaar.
Noch politiek, noch kapitalisme
zien mij. Zij zien het nummer dat ze denken dat ik ben, of zelfs dat niet eens.
Zoals religie ook niemand ziet. Zij zien niet veel meer dan zichzelf. Zij zijn
een constructie die ons richting geeft.
Ik hou van mannen, maar van deze
mannen hou ik niet, ondanks mijn fascinatie. Ik haat ze stilaan zelfs. Ze zijn
manipulatief, bang, hard en onbenaderbaar geworden. Ze zijn natuurlijk ook geen
mensen, ze zijn mysterieuze apparaten waarin mensen worden opgeslokt. Als je
ernaar kijkt, word je al bijna vanzelf zoals zij, zo goed zijn ze voorbereid op
de ontmoeting. Net als religie overtuigen ze je met onontkoombare charme van
hun ontzettend grote gelijk. Net als religie beroepen ze zich op massahysterie.
Ze zijn allemaal dik geworden, deze mysteries, te dik. Zo dik dat ze haast geen
ruimte meer laten om hen aan te staren. Zo dik dat mijn blote voeten bijna niet
meer zonder schoenen over straat durven te gaan.
Ik hoop dat ‘De politiek’ en ‘Het
kapitalisme’ binnenkort lekker stikken in zichzelf. Of op zijn minst dat ze op
streng dieet worden gezet.
Wat ikzelf sowieso nodig zal hebben
de komende tijd, na het lezen van de politieke berichten uit Noord-Brabant
van vandaag:
- Eten en drinken, als het niet te veel is gevraagd liefst zonder giftige stoffen
- Mijn opperste humeur, zodat ik gelukzalig kan blijven lachen
- Vrienden met goede of juist slechte grappen in hun zakken voor wanneer mijn opperste humeur het toevallig begeeft
- Vriendinnen met warme boezems die zonder uitleg weten wat hen te doen staat
- Alles, maar dan ook alles waarmee ik mijn taal scherper kan maken
- Moed en misschien zelfs overmoed om te staan en te blijven staan
- Een plek waar ik me terug kan trekken en wat gerief kan achterlaten
- Potloden en papieren (ik kom al een eind met één potlood en één (stuk) papier)
- Alles, maar dan ook alles waarmee ik mijn innerlijke radar kan beschermen, te weten dingen als
- Roodborstjes voor het raam, of op zijn minst getuigenissen van dergelijke taferelen
- Regen, zon, wind
- Uitzicht
- Inzicht
- Lichaam
- Liefde
- Hoop
Labels:
Corona,
dagboek,
drawing,
geschreven,
writing (NL)
Abonneren op:
Posts (Atom)