08 oktober 2009

Gedicht

Het wordt kouder,
niet alleen in mijn herinnering,
ook om mij heen verstenen
de duizenden dingen die
eerder nog gloeiden en iets
opwekten dat ik niet verstond.

Alles verdort weer en verdicht
tot levenloze rust en
grijze massa. En
van het stijf wordende gezicht
verdwijnt de hongerige mond.


Griet Menschaert, Tripkau