05 maart 2015

42 en Van Abbe

Eind februari ontruimde ik mijn atelier in het centrum van Eindhoven. Ik ga thuis een bescheidener werkplek bouwen. In de transitietijd zit ik dus met een hoop gerief dat ik kwijt moet zien te spelen, ergens in ons huis of bij anderen. Ik probeer van alles weg te geven of te gooien. Met meubels en boeken lukt dat redelijk - ik ben niet zo'n spaarder. Ik ben wel een maker.
Ik moet dus ruimte vrijhouden waar ik kan 'maken'. En dat wat ik gemaakt heb, moet ik ergens op een immer uitdijende plank kunnen leggen, zodat het daar kan rijpen en ik het enige tijd later (van uren tot jaren) terug kan vinden en evalueren.
Ik word momenteel dus gedwongen alles door te nemen en zo goed en kwaad als het kan, te ordenen. Mijn creaties, hoe onbenullig ook, kan ik niet zomaar van de hand doen. Ze zijn mij zonder uitzondering dierbaar omdat ze altijd de geconcentreerde vastlegging zijn van een moment uit mijn leven. Maken gebeurt bij mij echt met de naturel van een Japanse toerist: veelvuldig en onrechtlijnig. Soms 'klik' ik omdat ik hetgeen ik waarneem curieus vind, soms omdat ik het moment niet wil vergeten en heel af en toe omdat ik daadwerkelijk overrompeld ben door wat ik zie, hoor, proef of voel. Soms registreer ik puur omdat ik het fijn vind om te registreren (of omdat ik wil laten zien dat ik weer ergens een interessant snufje heb opgediept). Vaak schrijf ik om het schrijven, teken ik om het tekenen of ga ik een uitwisseling aan om het uitwisselen zelf. Heel vaak is de ander doorslaggevend in de betekenis die ik aan een moment toeken.
Afijn.

Het is een beleving op zich om door mijn ooit geproduceerde flarden te struinen. Onder meer massa's verloren drijvende zinnetjes doen mij plezierig mijmeren. Voor ik naar de kunstacademie ging, schreef ik al dagboeken, maar die vond ik niet veelzijdig genoeg om dat waartoe ik de noodzaak voelde in uit te drukken. Ik wilde dat ik meer leesbaar werd als een universeel iemand, iemand waarin anderen zich konden herkennen, zodat ik met hen kon communiceren. Op de kunstacademie verkende ik bijgevolg manieren om mij breder uit te drukken. Maar nu, jaren verder, neig ik met de ervaring van de artistieke maker, terug naar de tekst. Ik ben eind 2014 bijvoorbeeld een muzikaal-literair project begonnen met Otto Donkers, genaamd 'De Grot' waarmee we binnenkort debuteren. Ook publiceerde ik een manuscript met dezelfde titel, dat je tijdelijk hier gratis kunt bestellen.

Dit alles naar aanleiding van een paar geinige alineaatjes die ik in 2003 of 2004 geschreven moet hebben en die ik in mijn gesnuffel tegenkwam. Het zijn dromen zoals ik ze 's nachts half bewust noteerde.


- P.S: In 2003 verhuisde ik uit Leuven naar Eindhoven en maakte ik de overstap van germanist-eindredacteur naar kunststudent. Ik had toen nog geregeld moeite met de belerende houding van de Nederlander(, hoor). Mark moet eigenlijk met een k. Hij was een van mijn favoriete klasgenoten, met een mooi hoofd vol creativiteit en ambitie. Ik ben allergisch voor karper.
(Ik suppoostte als student in het Van Abbemuseum.)