Een nieuw pak zout kwam vandaag tot me als een geschenk uit
het paradijs. In een met plastic omwikkeld lavendelblauw doosje stond het ineens
op het aanrecht, heel nonchalant naast het koffieapparaat. Oh, en hoe het
straalde! En hoe blij ik was met de komst van dat zout! Want ja, de aanwezigheid
van dit zout vertelde mij dat er nog verrassingen in huis moesten zijn. “Kijk
maar eens rond”, fluisterde het zout. Ineens heel wakker speurde ik de omgeving
af naar meer nieuwe cadeautjes. Ik stelde vast dat de fruitschaal die de
voorbije dagen langzaam maar zeker verworden was tot niet meer dan een lege belofte
weer rijkelijk was gevuld, met prachtige appelen en bananen. Ik riep: “Juij,
lekkere appels! En bananen!” Wellicht in de hoop dat mijn kleine zus zou komen
aan rennen om zich mee te verwonderen over mijn ontdekking, waarop we
vervolgens samen verder zouden speuren. Ik opende opgewonden de koelkast om te
zien wat er nog meer ons territorium binnen gesmokkeld was. Koolrabi! Champignons! Oh! Als mijn kleine zus hier was geweest, hadden we samen op
onze tenen gestaan en met onze neuzen in de koelkast geloerd. We waren snel weg
gerend wanneer mama de keuken binnen kwam. We hadden ons achter het muurtje
verstopt en hadden samen staan blozen om de appel die ik in gauwte nog
meegenomen had.
Tekening 2020 (foto door Peter Cox) |