29 maart 2020

Het plan

(Zomaar een verhaaltje, out of the blue.)

We begonnen te rennen. We wisten nog niet waarheen. “Naar de Zwarte Doos!” riep H. Dat was nog zeker twee kilometer. Was ik haar maar voor geweest, had ikzelf maar een bestemming geroepen, dan had ik me meer verantwoordelijk gevoeld om het rennen vol te houden, om de leider te zijn. H. had langere benen dan ik. Maar ik was degene die de plannen verzon. Zonder mij was ze nergens. “Laten we eerst naar de nachtwinkel gaan.” H. stopte. “Wat wil je daar doen?” Begreep ze dat echt niet? “Ik heb maandverband nodig", loog ik vastberaden. Ze was er stil van; het gewenste effect. Nu kon ik verder improviserend een spanningsboog opbouwen. “We gaan er ook lucifers kopen”, vertelde ik wijs. “Jij hebt geld bij?” H. had altijd geld bij. Ze had van die ouders die het niet over hun hart verkregen hun dochter zonder geld de deur uit te laten gaan. Je wist maar nooit wat er kon gebeuren. H. werd nieuwsgierig, en stiekem ook een beetje bang, vrolijk zenuwachtig. Ik had haar waar ik haar hebben wilde. “Wat gaan we met die lucifers doen?” Ze giechelde erbij.
Een paar avonden eerder had ik drie mensen langs het water een prachtig vuurtje zien stoken. Het was nog maar net verboden om elkaar op straat in groepen te ontmoeten en de meeste mensen hielden zich nog erg braaf aan die regels, tot mijn grote ergernis. Ze sloten zich netjes op in hun huizen. Zo zaten we collectief gevangen, zonder dat we dat woord gebruikten. We leken tevens collectief bang voor straf. We staken amper een vinger uit. Je begrijpt dat dat vuurtje mij enorm had opgelucht. Het was een teken van hoop geweest: yes, er waren nog échte mensen, mensen die durfden na te denken, mensen die zich niet uit het veld lieten slaan! Er was nog van alles mogelijk, ook voor mij!
Maar ik was niet goed in vuurtjes stoken, dat werd ik pas in de jaren die volgden. H. zou me moeten helpen.
Na de nachtwinkel renden we door richting De Karpendonkse Plas. Ik zou er een fortuin voor geven om nog één keer in mijn leven zo lang zo snel te kunnen rennen. H. had dat effect op mij. Wij tilden elkaar op tot ongekende hoogten. We vergaten alles wat je in feite altijd maar beter zou vergeten, en waren gefocust op het plan. Het plan dat ik voor die dag had verzonnen. Het plan dat ik die dag zelf al doende verzon.