07 november 2014

Rood biechtje

Tot begin mijn twintigerjaren kwam ik er openlijk voor uit, voor alles zo'n beetje. Ik verkondigde zonder schroom wat ik deed en waarom. Ik was mijn basis aan het leggen. Begreep je het nu niet, dan zou je later vanzelf wel inzien waarom ik per se deze keuzes had gemaakt. Ik was stellig en enthousiast (en fantasierijk). Heel gewoon vond ik dat alles, en heel gewoon mezelf. Zo gewoon dat ik vol vertrouwen uitsprak waarvoor ik stond en wat ik verkoos. Maar hoe meer jaren verstreken, des te stiller werd ik. De overtuiging waarmee mijn kennissen hun gedachten en meningen uitten, ervoer ik langzaamaan als stuitend. Ze moesten eens weten, dacht ik altijd. Zelf wist ik ook steeds minder. Toen is het besef ontstaan dat ik onwetende ben. Ik zal nooit voldoende iets bevatten om er definitief wat over te zeggen. Alles zal altijd tijdelijk en veranderlijk zijn, mijn uitspraken dus eveneens, en mijn gedachten en verlangens wellicht.
Het verheugde me dan ook vandaag vast te mogen stellen dat ik wel degelijk voorkeuren van vroeger heb lopen meezeulen tot hier. In dit geval - het zegt misschien iets over menselijke prioriteiten - voorkeuren die zich toentertijd manifesteerden in visioenen over het andere geslacht, droombeelden die ik als late puber aan hoge frequentie had. Je mijmerde daarin veelvuldig - los van je werkelijkheid - over aantrekkelijke wederhelften. In tegenstelling tot sommigen was ik niet bang voor die verlangens, ik vond ze heerlijk en benoemde ze hardop. Ik leefde ermee en woonde ze uit. Waarom niet? Nee, ik bedoel niet dat ik hordes partners consumeerde - in de praktijk was ik niet zo'n wildebras want lichamelijk zwaar verlaat en onbekend én preuts, waardoor ik kandidaten meestal snel teleurstelde. Ik leefde echt met het verlangen gevoél, ik danste ermee, ik schreef erover, ik maakte een tekening. Verlangen was mooier dan hebben. In verlangen was ik een staatskoningin, in hebben niets meer dan een sukkel.
Helaas ben ik de laatste jaren het slachtoffer geworden van enige prestatiedrang. Ik wil meedoen met de maatschappij, zoals dat heet. Noodgedwongen werd ik zakelijker, diplomatischer en algemener in mijn omgang met anderen. Ik probeer tegenwoordig de massa beleefd en zonder oordeel te benaderen, teneinde mijn professionele kansen zo dynamisch mogelijk te beleggen. Om iets te bereiken, moet je vrienden hebben. Dansen en schrijven kunnen niet meer, toch niet zo onbedekt...
Oké, heel soms, dan houd ik het niet...
Je voelt 'm al komen, ja: zo een moment is het nu! Getuig hoe ik hier direct even ouderwets en in volle genot uit mijn eigen biechtje ga klappen! Ik zal iets delen waarover ik het lang met niemand heb gehad. Terug naar het verlangen ten volle - omdat ik het voel:
ik heb nog steeds een zwak voor roodharige mannen!
Nu wil je vast weten vanwaar dat zo opwelt? De aanleidig is banaal en schijnbaar volwassen. Voor werk interviewde ik zulke man. Hetgeen me terugvoer naar mijn oer-gezucht was zeker niet de situatie; vooral ons gespreksonderwerp hielp: black en death metal, horrorfilms, rebelsheid, krijgssport en taboes. De kerel hield een geestrijk betoog en pakte me zonder meer in. Want zijn haar, dat was lang en schoon en steil en rood...