16 september 2015

Pasgeborene

Onder een struik
omgeven door doden
huilt een pasgeborene
de adem van een god
kietelt zijn buik
hij hoort geen stemmen
er zijn geen stemmen
hij keert zich om in zijn as
wentelt de wereld in
dag, struik
dag, wereld
zijn kleine tenen
nog ruikend naar vuur
blijven haperen aan de takken
hij schreit
en schreit
en schreit
er valt een druppel in zijn mond
rood of transparant
u mag dat kiezen
het wordt een woord
dat over een paar dagen
op het brood van een laatste dier
zal landen
de pasgeborene heeft honger
naar meer
waar zijn de ouders gebleven
de voorouders
hij is los
weerloos
maar kent geen verdriet
nog niet
geen pijn
hij keert zich verder om
uit zijn as
zijn vingers blijven kleven
aan een paar keien
ze worden één ermee
een vinger voor een keer
omheen de keien strijken
een hand wil altijd meer
hij bevoelt en bedenkt en graait
ongericht in het begin
maar na oefening algauw
naar enkel het broodnodige
zijn ogen ontwaken
dag, keien
dag, woorden
hij kan nu zichzelf zien.

(geschreven op deze muziek:
https://www.youtube.com/watch?t=2&v=ejwSqDbxZHE)