05 mei 2020

De basis

Ik zag een man praten met een man. De ene vroeg aan de andere wie hij nu was, nu ten tijde der crisis. Man twee vond dat hij meer kalmeerde omdat hij in deze tijd minder kon, minder kon plannen en willen. Hun dialoog manifesteerde zich aan mij middels een Youtube filmpje dat gemaakt was van een skype gesprek. De ene man was een soort spirituele coach van de andere, geloof ik, hij stond op rechts, droeg een ruitjeshemd, had grijs haar en plastic tuinstoelen. Man twee op links was een midlife-generatiegenoot die gewend is aan op het podium staan, die niet graag zijn gebreken laat zien maar toch geobsedeerd lijkt door de grenzen met de kwetsbaarheid of zoiets. Ik heb hem ooit een paar keer live meegemaakt, vandaar dat ik keek en bleef kijken. Zijn koppige edoch enigszins exhibitionistische tocht met zichzelf fascineert me. Hij heeft een mooi hoofd ook, man twee. Dat mooie hoofd wordt op een trouwe manier gepresenteerd: blij, energiek, positief. Het is zijn kapitaal geworden.

Man één had dus een gesprek met man twee, een soort sessie, één op één via Skype. Ze moesten al in hun achterhoofd hebben gehad dat ze het later via Youtube zouden delen met het publiek. De rechter ondersteunt in het filmpje – of moet ik zeggen ‘in het gesprek’ - de linker in het praten, hij zegt niet veel, maar stelt bijvoorbeeld de vraag wat man twee misschien aan de kijker zou willen meedelen, wat hij zou willen zeggen tegen de wereld out there op dit moment. De boodschap van twee komt erop neer dat we het maar aan moeten kijken, dat we niet te veel moeten moeten, of zoiets. Tegelijk wilde man twee ook proberen stoppen met de ander te vertellen wat die moest moesten, hij wilde de ander niet meer zo willen beïnvloeden, hij wilde niet langer de beste meer willen zijn. Maar hij hees zichzelf ondertussen toch maar weer mooi op het podium, het podium van Youtube.

Omdat hun gesprek nu een filmpje is, staat het vast en is het ook voor mij bedoeld, want voor de hele wereld. Het probeert mij zelfs nog te engageren tot meer: vind ik het leuk of niet leuk? Wil ik het delen?

Ik zat naar de afbeelding van de man met het mooie hoofd te staren terwijl hij vertelde dat het fijn is minder bezig te zijn met ‘een publiek’, en om meer tijd te hebben om je basis te kunnen voelen – te weten jezelf, je partner en je kinderen. Ik heb geen kinderen en ik ben niet honkvast van nature. Dat mijn basis naast mezelf uit een partner en kinderen had kunnen bestaan, ja, dat weet ik ondertussen wel. Want we willen allemaal graag verwachtingen inlossen, ik ook! Maar ik weet stiekem al heel lang dat deze specifieke verwachting niet zo bij mij past. En ik ben er blij om dat ik mijn leven leef. Voor de zekerheid zeg ik er maar bij dat het in mijn leven heel gewoon is om een baby een mirakel te vinden en om te genieten van een plek waar ik me vertrouwd weet. Het een sluit het ander niet uit. Maar als je jezelf op een filmpje zet, dan wil je graag dat je woorden gehoord zijn. Ik hoorde ze maar staarde en zakte een beetje weg. Ik bleef desondanks kijken. Mensen die kletsen bij mij in huis dat is toch gezellig, of zoiets.

In mijn hoofd dwaalde ik verder: "Het is niet nodig zo gretig aan mij te vertellen dat jij alle boxjes hebt aangetikt en dat je dus een succes hebt gemaakt van jezelf. Ik geloof je toch niet!" Mijn innerlijke belhamel.

Maar ik werd ook droef. De man met het mooie hoofd bleef vooral het mooie vertellen. Ik heb inmiddels ook boxjes aangetikt: die van het huis en de partner. Maar sinds de crisis ervaar ik die niet langer alleen meer als nest, maar ook als kooi. Omdat ik niet meer zo 'weg' kan, op ontdekking, hoe kleinschalig ook, omdat ik niet zomaar meer ergens kan landen en daar uren door kan brengen. Omdat ik niet meer zo circus kan zijn, wat je vanuit spiritueel perspectief 'mijn element' kan noemen: mijn rusteloze aard die eeuwig nieuwsgierig ronddoolt, zichzelf verplaatst, vele vormen uitprobeert, de ontmoeting aangaat, aftast wat er gevoeld wordt, eindeloos observeert en sponst. Ik houd vol omdat ik hoop dat het straks weer verandert, dat we wel weer gezond samen gaan zijn.
En ja natuurlijk, ik ben nog altijd dat circus, dat circus zit in mij, maar het heeft zich wel drastisch moeten verkleinen. De afstanden die ik kan maken, zijn bedroevend sober, wat moet ik met mijn aangeboren hang naar lijnen trekken, onderweg zijn, vervoerd worden? Hen troosten met zo'n filmpje? Met het feit dat man twee nu tenminste toch kalmer is dan hij was?
Nee, mijn aangeboren nomade kan je niet troosten met dat soort 'informatie'. Informatie is sowieso niet te vergelijken met de prikkels die je opvangt wanneer je met anderen avonturen aangaat. Mijn fiets, mijn benen en mijn potloden zijn aardig van dienst momenteel, maar ik mis de tenten en de caravans om mij heen, de mensen die passeren, de mensen die mij kleuren. De mensen die mij eraan herinneren dat ik meer ben dan woorden en online representaties, de mensen die wonderlijk zijn.